Jacco Vonhof verzorgde de aftrap van het vierde Hygiëneforum. Vonhof is al 28 jaar schoonmaakondernemer en sinds 2019 voorzitter van MKB-Nederland: ‘In 2015 werd het Hygiëneforum voor het eerst gehouden. Een van de redenen was de mogelijkheid dat er ooit een pandemie zou komen. Die is er nu. Zou dit de boel een beetje opgeschud hebben? Gaat dit leiden tot fundamentele verandering?’
Vonhof is hier sceptisch over en baseert zich op zijn eigen ervaringen: ‘Als schoonmaakondernemer zag ik tijdens de lockdown ook ons schoonmaakwerk op slot gaan. Al vrij snel kwam de vraag naar hygiënepompjes en doekjes. Wat we kwijt waren aan inzet, werd gecompenseerd door alles wat we voor klanten mochten regelen. Alleen: die bestellingen lopen alweer terug. Bovendien zien wij dat bedrijven voor minder vierkante meters kiezen. Het zou kunnen dat de frequentie omhooggaat, maar dat heb ik al die jaren nog nooit zien gebeuren.’
Het concept hygiëne krijgen we volgens Vonhof onvoldoende tussen de oren. En dat terwijl onze levensverwachting is gestegen van 40 jaar naar 80 jaar door hygiëne en preventie, niet door artsen en chirurgen. ‘We buigen voor de arts aan ons bed, maar we vergeten de schoonmaker te groeten op de gang. Terwijl die voor een belangrijker deel verantwoordelijk is voor onze gezondheid dan die arts.’
Wel constateerde Vonhof een positief effect op de bewustwording rond hygiëne en schoonmaakwerk: ‘Zowel Rutte als de Koning noemde de schoonmakers in zijn toespraak en de schoonmaak werd een cruciaal beroep. We hebben een kontje gehad en dat moeten we vasthouden tijdens de cao-onderhandelingen. Je kunt het nu uitleggen aan onze klanten. Het is hét moment om duidelijk te maken dat hygiëne in de toekomst echt heel hoog op de agenda moet staan.'
Ook prof. dr. Dirk Bockmühl constateert dat corona het bewustzijn over hygiëne heeft verhoogd: ‘Zelfs de stoel bij de opticien wordt tegenwoordig gedesinfecteerd, terwijl de meeste infecties thuis worden opgelopen en niet in een restaurant of op scholen. Behalve het norovirus; het norovirus blijft ook na corona een uitdaging. Maar de meeste infecties ontstaan thuis of via voeding.’
Bockmühl ging in op de hygiënehypothese. Die houdt simpel gezegd in dat té goed schoonmaken een impact zou kunnen hebben op ons afweersysteem. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de toename in allergieën. Volgens Bockmühl is dit niet waar. ‘Er zijn verschillende triggers voor verschillende allergieën. Wel is het zo dat onhygiënisch contact in de familiaire kring in de jonge kinderjaren, dus niet als volwassene, infecties kan veroorzaken die zorgen voor een beter afweersysteem tegen allergieën, zoals astma. Bepaalde micro-organismen die huisgenoten via druppeltjes overbrengen, hebben we als we heel jong zijn nodig om ons immuunsysteem te trainen. Maar dit zijn niet de micro-organismen op de oppervlakken in huis. Te goed schoonmaken kan dan ook geen nadelig effect hebben op ons afweersysteem.’
Bockmühl noemt micro-organismen een soort Dr. Jekyll and Mr. Hyde: ‘Micro-organismen zorgen voor problemen, maar ze zijn ook bruikbaar. In ieder geval is het zo dat vaccinatie helpt om het immuunsysteem te versterken. Misschien komt er een vaccin tegen astma, dan hebben we interactie met potentieel gevaarlijke micro-organismen niet meer nodig.’
Het inhoudelijke plenaire gedeelte werd afgerond met een bijdrage van Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel. Hij ging in op ventilatie in relatie tot een gezond binnenklimaat in scholen. Die bleek in 2017, kort na zijn aanstelling, niet op orde: ‘Het Bouwbesluit gaf geen eenduidig uitgangspunt en er was geen handhaving. Na onderzoek op basis van richtlijnen van RIVM bleek dat 40% van de scholen überhaupt niet wist wat de stand der techniek was. Zo’n 45% van de scholen dacht dat het op orde was en in 11% van de gevallen was het zeker niet op orde.’
Inmiddels is het geagendeerd, vertelde Terpstra: ‘Ook omdat het door de tweede kamer is geëist. Binnenklimaat is en wordt een groot thema. Over twee jaar moet het basisonderwijs op orde zijn.’
De installatietechniek wordt volgens Terpstra de enabeler van alle grote maatschappelijke thema’s, zoals binnenklimaat. ‘Deze sector moet de vraagstukken naar realisatie brengen. Steeds meer installatiebedrijven werken met data die zorgen voor voorspelbaar onderhoud. Voor schoonmaakbedrijven biedt deze ontwikkeling kansen in de samenwerking met deze bedrijven. Samen zijn er concepten aan te bieden. Ik zie kansen waarin de schoonmaak zich verbindt aan de bouw. Samenwerken is het nieuwe concurreren.’
Een gastvrije gezellige omgeving op een veilige manier....
Door COVID-19 is het belang van hygiëne en schoonmaak veranderd. We hebben behoefte aan gezelligheid maar willen dit ook op een veilige manier ervaren. Van perceptie naar zichtbaar schoon. Tijdens deze workshop nemen Melanie en Patrick van Diversey uw mee in de perceptie van veilig en gastvrij schoon in de horeca. Zij spelen in op de veranderende behoeften van gasten en personeel op het gebied van hygiëne (reiniging en desinfectie) in de horeca. Een leuke interactieve sessie waarbij je handvatten krijgt voor het creëren van een veilige en gezellige omgeving waar gasten graag terug komen.
In deze workshop blikt Martijn Vos (project manager bij Hago Rail Services en promovendus bij de Universiteit van Twente) terug op anderhalf jaar coronacrisis in treinenschoonmaak: wat voor effect heeft het coronacrisis op de schoonbeleving van treinreizigers? Hoe hebben we daar als schoonmaakbedrijf op ingespeeld? En hoe ziet de toekomstige impact van corona op OV en schoonmaak eruit?
RAI werd tijdens de ISE in december 2019 al geconfronteerd met de eerste effecten van de Covid-19 uitbraak in China, diverse Aziatische exposanten annuleerden hun plek op deze beurs en meerdere bedrijven zegden op het laatste moment hun bezoek af. RAI is in samenwerking met de brancheorganisatie CLC Vecta en haar vaste partner CSU continue op zoek geweest naar mogelijkheden om beursbezoekers, klanten en medewerkers een veilige omgeving te bieden.
Het effect op de bedrijfsvoering van RAI en CSU zal worden besproken (hoe zijn wij bijvoorbeeld omgegaan toen letterlijk alles stil kwam te staan, welke activiteiten hebben beide bedrijven ontplooid, protocollen en investeringen worden o.a. besproken).
Inmiddels hebben we nu ruim een jaar te maken met het Covid-19-virus waardoor hygiëne om besmetting met dit virus te voorkómen alleen maar belangrijker is geworden. Voor een goede hygiëne is het belangrijk om je handen te wassen en oppervlakken te reinigen. In sommige gevallen is ook desinfectie van handen en oppervlakken noodzakelijk. Hiervoor zijn desinfectiemiddelen nodig en aan het gebruik hiervan zitten wettelijke voorwaarden verbonden, omdat desinfectiemiddelen vallen onder de biocidenwetgeving.
De volgende onderwerpen zullen aan bod komen:
Waarom vouwen ze nu nog steeds die doek niet goed…!!?
Verandering op de werkvloer gaat niet alleen over leren. Hoe kunnen we nu zorgen dat die handeling van de medewerker op de werkvloer daadwerkelijk verandert? Want alleen dáár, met de doek in de hand, levert alle inspanning van leren en aanschaf van goede materialen het effect op waar we het allemaal voor doen. Waar gaat het mis en hoe krijgt u voor elkaar dat die doek wél goed gevouwen gaat worden en de volgorde van schoonmaak de juiste is? Daarover meer in deze workshop, die wat dieper ingaat op de invloed die je op gedragsverandering van de medewerker kunt hebben.
Het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) is het kenniscentrum voor hygiëne en infectiepreventie van het RIVM. Activiteiten die het LCHV uitvoert zijn onder meer het maken van richtlijnen, het geven van scholing aan GGD’en en het beantwoorden van vragen over hygiëne en infectiepreventie. Tijdens de workshop worden de hygiënenormen en – adviezen uit de Algemene hygiënerichtlijn toegelicht. Aan de hand van stellingen wordt met de deelnemers onder meer besproken waar desinfectie wel of niet zinvol is en of COVID-19 tot nieuwe inzichten heeft geleid op gebied van hygiëne in publieke settings zoals kantoren, scholen, horeca en winkels.
In een reactie op de Covid-19 dreiging is gereageerd met protocollen en een tijdelijke herinrichting van de werk- en leefomgeving. De urgentie maakte tijdelijk grote aanpassingen mogelijk. Bij een terugkeer naar een ‘nieuw normaal’ wordt stilgestaan bij het grotere plaatje van schoonmaak en hygiëne in relatie tot de gezonde werk- en leefomgeving.
Negen jaar geleden deden de schoonmaakrobots aarzelend hun intrede in de branche, inmiddels zien we de derde autonome generatie nu overal opduiken, ver voorbij hun aanvankelijke gadget of pure marketing waarde.
Wat is nu de objectieve waarde hiervan? Zitten ze het huidige verdienmodel in de weg of de werkgelegenheid of hebben ze een meerwaarde en lossen ze juist problemen op?